Ecologie en christelijke soberheid

Ecologie en christelijke soberheid

 

Consumentisme en overmatige consumptie hebben sommigen ertoe aangezet zich te bekeren tot gelukkige soberheid zoals die door paus Franciscus werd opgeroepen in Laudato Si’ (LS n°224). Het concept van gelukkige soberheid gaf aanleiding tot christelijke soberheid.

Christelijke soberheid is uniek omdat het nooit doel op zich is. Het is volledig geordend, dat wil zeggen gericht op God, de schepping en de medemens.

Voor de christen betekent sober leven niet minder leven. Het betekent vooral beter leven door de natuurwet, die God in het hart van de wereld en haar schepselen heeft geplaatst, te respecteren, door te leren volop te genieten van wat ons is gegeven en door altijd het algemeen welzijn na te streven. De schepping respecteren is zowel de mens als God respecteren. We moeten “tot rust komen om de werkelijkheid op een andere manier te bekijken” (LS n°114) en, om nieuwe productie- en consumptiewijzen het daglicht te laten zien, ermee instemmen onszelf in vraag te stellen. Prioriteit geven aan ‘zijn’ boven ‘hebben’ van, ‘genoeg’ boven ‘altijd meer’, gelijkheid tussen alle mensen op alle continenten, dit is het nieuwe paradigma waarmee we moeten instemmen als we vrede op deze aarde willen garanderen en een toekomst willen voorbereiden voor toekomstige generaties. Dit nieuwe paradigma, ontwikkeld om te reageren op de waanzinnige stormloop van het financiële kapitalisme, is dat van integrale ecologie of de integrale ontwikkeling van de mens.

De Kerk stelt zich niet in de plaats van de wetenschap, de economie of de politiek. Ze wil werken “voor het algemeen welzijn” van de mensen van vandaag en morgen. Christelijke soberheid heeft speciale aandacht voor de echt armen, de opgeofferden en de vergetenen in onze samenlevingen. We weten dat alle tederheid van God en alle zorg van onze paus Franciscus naar hen gericht zijn.

De armen zijn de eerste slachtoffers van klimaatverandering. Zij zijn de eerste slachtoffers van de gezondheidscrisis die we doormaken. Aan het begin van de 21e eeuw moet elke authentieke ecologische benadering een sociale benadering zijn van de onevenwichtigheden van onze wereld. Het moet ook, voor ons gelovigen, een moedige bevraging zijn van onze manier van leven en consumeren, zodat onze tijd op deze aarde niet alleen een enorme puinhoop blijft. Het geschreeuw van de armen schreeuwt om gerechtigheid. “Als we ons innig verenigd voelen met alles wat bestaat, zullen soberheid en zorg voor bescherming spontaan opkomen”, verzekert paus Franciscus (LS n°11). Daarom is het onze verantwoordelijkheid om gunstige voorwaarden te scheppen om ons bewust te worden van wat ons verenigt met de schepping en met onze broeders. Christelijke soberheid vereist dat we “wat tijd besteden aan het herontdekken van serene harmonie met de schepping, nadenken over onze levensstijl en onze idealen, nadenken over de Schepper, die onder ons leeft en in zijn omgeving, wiens aanwezigheid niet moet worden gefabriceerd, maar ontdekt, onthuld” (LS nr. 225).

Het redden van de planeet wordt mogelijk als onze kijk en onze actie verandert. Het gaat erom te werken voor elk land, elk volk en elk individu in het bijzonder. Als God de mens, geschapen naar zijn beeld en gelijkenis, het toppunt van de schepping heeft gemaakt, zoals het verhaal van Genesis ons vertelt (Gn 1), dan is het zeker niet aan hem om deze schepping te vernietigen en uit te putten, maar juist om er de welwillende beschermer van te worden. Integrale ecologie, die de mens en alle mensen moet helpen om volledig mens te worden, kan niet worden gereduceerd tot economische vraagstukken.

De hele traditie van de sociale leer van de kerk leert ons: “Wat voor ons telt, is de mens, elke mens, elke groep mensen, zelfs de hele mensheid”, verklaarde de heilige paus Paulus VI al in de encycliek Populorum Progressio van 1967 (nr 14). De planeet beschermen betekent zowel de fauna en als de flora beschermen, want wat is er verschrikkelijker dan de beelden van de smeltende polen, van de uitgehongerde beren die veroordeeld zijn om te verhongeren.

 

Alain Boubag