Het ‘Laudato Si’ – jaar.
Brief van november 2020.
Het evangelie van de tuin …
De encycliek Laudato Si kan wellicht niet iedereen te overtuigen. Maar wat wel vaststaat, is dat hij het heeft over één van de grootste zorgen van de wereld: de toekomst van onze planeet. Politici vragen zich af of de grote migratiebewegingen te maken hebben met de opwarming van de aarde. We hebben het over een Groen Pact, een Groen Europa, een Groene Kerk. Jongeren worden gemobiliseerd en ze demonstreren. Veel specialisten zijn pessimistisch: zowel klimatologen als voedingsdeskundigen. In zijn encycliek luistert de paus expliciet naar hen, en neemt hij hun plaats niet in. Hij wil deelnemen aan de reflectie, vragen stellen, onderzoek doen, een woord van het evangelie inbrengen. Samen met vele anderen is hij ervan overtuigd dat het nog niet te laat is, dat er iets gedaan kan worden, maar dat er geen tijd te verliezen is.
Gedurende de lange periode “gedomineerd” door het coronavirus met al zijn beperkingen, hebben velen van ons de tuin en de geneugten van de moestuin ontdekt of herontdekt. In eerste instantie gaan we erheen om ons bezig te houden, of om wat frisse lucht op te doen. Dan raak je er snel aan verhangen en kan je er gewoonweg niet meer zonder. Een van mijn oude vrienden, een pastoor, vertelde me dat hij geluk vindt in zijn tuin … Een Frans tijdschrift (La Vie, dat ik julle kan aanbevelen) heeft als titel: Tuinieren is ook evangeliseren. Het vertelt ons over een parochie die een tuin van 700 m² had gemaakt; in die groene oase vind van alles: groenten, kruiden, fruitbomen. Maar het is ook een plek om te ontmoeten, te delen; het contact met de natuur stelt ons in staat om in bewondering te staan. En het wonder zijn niet alleen de geoogste vruchten. Het wonderlijke van de moestuin is dat hij mensen samenbrengt en verbindingen schept. De kinderen van de catechismus plantten salade met hun naam ernaast, er werd samen een composthoop gemaakt. Tuintips worden uitgewisseld en we ontdekten de ‘permacultuur’. En toen verwelkomde onze tuin ook twee egels en allerlei vogels. Een schuurtje werd opgetrokken voor het tuingerief van elkeen. We komen naar de tuin om er te werken, maar ook voor het plezier. Het is een plaats om te herademen, een plaats van solidariteit en van welbevinden. En zo zouden we kunnen doorgaan: waarom zouden we niet samen nadenken over afvalbeheer, over boodschappen doen voor mensen in moeilijkheden. Terwijl we het zo vaak hebben over clusters als bron van verspreiding van het beroemde virus, is zo’n gemeenschapstuin een soort deugddoende cluster.
Wie niet van tuinieren houdt, kan natuurlijk andere clusters organiseren: doe-het-zelf, reparaties, boodschappen doen, zorgen voor vervoer, bezoek aan alleenstaande mensen … Of vragen om informatie beantwoorden: hoe kan je beter produceren? beter consumeren? andere mensen doen interesseren voor dit project? Kortom, het is een andere manier van leren samenleven. Is dat niet het Koninkrijk van God waar Jezus de hele tijd over sprak? Het Koninkrijk van God wordt ons niet kant-en-klaar aangeboden, het wordt ons wel toevertrouwd. Het is aan ons om het te bouwen, elk met zijn steen, of zijn schop of zijn hark. Waar ligt deze tuin dan? Waar is dit koninkrijk? Het is hier, midden onder ons. De tuin kan een weg zijn naar een integrale ecologie die onze buurt, ons dorp, onze parochie, onze samenleving kan veranderen. En de tuin kan ook een groep vrijwilligers zijn rond een bepaald project. Ikzelf maak deel uit van zo’n groep die een kapel heeft gerestaureerd en onderhoudt … In ieder geval gaan deze initiatieven ervan uit dat we buiten komen, dat we uit onszelf komen. Opgesloten blijven is ongezond. De kleine prins had bij zijn ontdekking van de wereld zich verwonderd over zijn roos. Maar het was de vos die hem de sleutel gaf om het te begrijpen: het is de tijd die je aan je roos hebt gegeven die haar zo belangrijk voor jou heeft gemaakt. Zorg goed voor je tuinen … Zorg voor jezelf en voor de anderen.
Pater Joseph Burgraff, CSSp